DRESSUUR EN VAARDIGHEID:  
  
Er wordt een proef gereden die uit verschillende verplichte figuren bestaat. Het geheel wordt op 25 tot 32 verschillende onderdelen beoordeeld door een jury. Per onderdeel worden punten toegekend. Is het geheel voldoende (d.w.z. gemiddeld een 6 ), dan verdient de combinatie een winstpunt. Zodra er voldoende winstpunten bij elkaar zijn gereden, gaat de combinatie over naar een hogere klasse. De dressuur kent de klassen B, L, M, Z en ZZ.

Bij de vaardigheid wordt een parcours uitgezet met pylonen waarop ballen zijn gelegd (de pylonen lijken veel op de pylonen die bij wegwerkzaamheden worden gebruikt). Het is de bedoeling om het parcours foutloos, in de juiste volgorde én binnen de gestelde tijd af te leggen. Wordt er een pylon geraakt waardoor er een bal afvalt of het parcours wordt te langzaam afgelegd worden er strafpunten toegekend. Foutloos rijden levert 2 winstpunten op. Ook hier geldt dat bij voldoende winstpunten de combinatie naar een hogere klasse gaat. Bij de vaardigheid kennen we de klassen L, M, Z en ZZ.

  

SAMENGESTELDE WEDSTRIJD: 

 

Samengestelde wedstrijden worden alleen in de "zomer" gereden (april - oktober).

Een samengestelde wedstrijd bestaat uit:

   -     Een dressuurproef

   -     Een vaardigheidsparcours

   -     De marathon

  

Bij de marathon moeten 3 trajecten worden afgelegd van totaal circa 15 km. Dit moet allemaal in het juiste tempo gebeuren. Te laat finishen levert strafpunten op, maar te vroeg ook. Hier ligt een belangrijke taak voor de groom (=de persoon achterop de marathonwagen) om aan de hand van tabellen en de stopwatch aanwijzingen te geven aan de koetsier. In het laatste traject zijn minimaal 6 hindernissen opgenomen die zo snel mogelijk en foutloos verreden moeten worden. Elke seconde in de hindernis levert strafpunten op en ook het in verkeerde volgorde rijden van de diverse poortjes die in elke hindernis zijn opgenomen. Om dit snel en foutloos te kunnen doen wordt voorafgaande aan de wedstrijd elke hindernis uitgebreid verkend en maken koetsier en groom samen een plan hoe elke hindernis het beste gereden kan worden. Tijdens het rijden van de hindernis treedt de groom als navigator op en heeft de (fysiek) zware taak om de marathonwagen in balans te houden. Op basis van het aantal (straf)punten bij alle onderdelen van de samengestelde wedstrijd kunnen ook hier winstpunten worden verdiend. Bij voldoende punten vindt promotie plaats naar een hogere klasse. We kennen hierbij de basisklassen 1, 2 en 3. Zodra er voldoende winstpunten in klasse 3 zijn behaald, mag overgestapt worden naar de internationale klasse 4.

  

MINI MARATHON:

Deze wedstrijden worden met name in het winterseizoen gereden. Een mini marathon bestaat uit hindernissen en poortjes met pylonen. Ook bij deze wedstrijden gaan de koetsier en de groom vooraf het parcours verkennen en maken ze samen een rijplan.
Er wordt 2x gestart. Het parcours  dient in een verplichte volgorde te worden afgelegd. Hierbij telt de tijd, waarbij gemaakte fouten worden omgezet in strafseconden. Soms wordt er een finale verreden waarbij de beste deelnemers van iedere rubriek nog een manche rijden.